Gehoor en spraakafzien

Slechthorendheid wil zeggen dat je minder goed hoort. Dit kan voorkomen in een lichte tot zeer ernstige vorm (doof). Slechthorendheid kan aangeboren zijn of op latere leeftijd ontstaan. Dit gebeurt geleidelijk (ouderdoms-slechthorendheid) of plotseling (plotsdoofheid). Bij sommige vormen van slechthorendheid kan een hoortoestel of het plaatsen van een cochleair implantaat (CI) helpen.

Het achteruitgaan of het verliezen van het gehoor heeft ingrijpende gevolgen. Het kan zorgen voor moeilijkheden in de communicatie, in het zelfstandig functioneren en in werksituaties. Het goed horen van de boodschap gaat moeizaam en het roept twijfel op over een reactie. Dit kan zorgen voor onzekerheid.

 

Wat doet een logopedist?

De logopedist geeft de cliënt met gehoorverlies en zijn omgeving tips over hoe zij kunnen communiceren met elkaar. Daarnaast begeleidt de logopedist bij het leren van spraakafzien (liplezen). Het is belangrijk bij deze behandeling om familieleden te betrekken bij het leren omgaan met deze nieuwe vorm van communicatie. Spraakafzien is een hulpmiddel om de communicatie te verbeteren. Slechts een deel van de informatie die gemist wordt kan aangevuld worden door middel van spraakafzien. Ondersteunende gebaren kunnen een aanvulling zijn.

Na het plaatsen van een CI moet een cliënt revalideren en opnieuw geluiden en spraak leren horen en herkennen. Ook deze hoortraining kan gevolgd worden in onze praktijk. Arlette is gespecialiseerd in hoortraining na CI en spraakafzien.